Dossier aanrijding met gestolen scooter

19/12/2020

Bij 112Schade behandelen wij niet alleen de zogeheten abc’tjes. Wij bieden niet alleen een verhaalservice, maar een volledige verkeersrechtshulp.  Indien nodig staan wij cliënt dan ook bij in een procedure bij de kantonrechter. Om een beeld te geven van wat er zoal kan komen kijken in een aansprakelijkheidsdiscussie, bespreken wij de komende tijd enkele dossiers waarin we alles uit kast haalden om de schade van cliënt te verhalen: Casus aanrijding met gestolen scooter d.d. 28 juni 2018.

Artikel op 112Hilversum.nl van de aanrijding op 28 juni 2018

 

Bovenstaande schade werd bij 112Schade gemeld op 20 juli 2018. Hoewel het artikel benadrukt dat de scooterrijder gewond is geraakt bij deze aanrijding, is de daadwerkelijk benadeelde partij de automobilist. Onze cliënt betrof dan ook de automobilist, mevrouw V.

 

Gestolen scooter verleent geen voorrang

De scooter kwam vanaf de stoep de straat opgereden zonder daarbij voorrang te verlenen aan cliënt in de auto. Na de aanrijding bleek tevens dat de scooter was gestolen. Volgens het artikel kwam de automobilist met de schrik vrij, echter op dat moment begon haar lange strijd om haar schade vergoed te krijgen.

 

De WA-verzekeraar van de scooter

In 1e instantie dient de WA-verzekeraar van het gestolen motorrijtuig de schade af te wikkelen met de benadeelde. Een verzekeraar kan in een aantal gevallen de verzekeringsdekking richting een benadeelde weigeren, de zogeheten WAM-uitsluitingen. Één van die uitsluitingen is de diefstaluitsluiting.

Artikel 3 lid 1 WAM De verzekering moet tegen betaling van één enkele premie, gedurende de gehele looptijd van de verzekering, met inbegrip van de perioden waarin het motorrijtuig zich op het grondgebied van een andere lidstaat bevindt, dekken de burgerrechtelijke aansprakelijkheid, waartoe het motorrijtuig in het verkeer aanleiding kan geven, van iedere bezitter, houder en bestuurder van het verzekerde motorrijtuig, alsmede van degenen die daarmede worden vervoerd, zulks met uitzondering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van hen die zich na het sluiten van de verzekering door diefstal of geweldpleging de macht over het motorrijtuig hebben verschaft en van hen die, dit wetende, dat motorrijtuig zonder geldige reden gebruiken.

In dit geval was de scooter ten tijde van de aanrijding gestolen.

 

Zelf 1e poging bij het Waarborgfonds Motorverkeer

Aangezien de verwachting was dat de verzekeraar van de scooter de schade toch zou afwijzen, heeft cliënt met hulp van haar tussenpersoon zich gewend tot het Waarborgfonds. Voor schade veroorzaakt door een gestolen motorrijtuig is er namelijk een mogelijkheid dat het Waarborgfonds de schade vergoedt.

Zoals eerder aangegeven dient in eerste instantie de WA-verzekeraar van het gestolen motorrijtuig de schade af te wikkelen met de benadeelde. Een verzekeraar kan in een aantal gevallen de verzekeringsdekking richting een benadeelde weigeren, de zogeheten WAM-uitsluitingen. Één van die uitsluitingen is de diefstaluitsluiting.

Daar zijn echter wel een aantal voorwaarden aan verbonden:

  1. Het moet vaststaan dat het schadeveroorzakende motorrijtuig op het moment van de aanrijding was gestolen. Dit is te onderbouwen door de politieaangifte van de eigenaar van het schadeveroorzakende motorrijtuig.
  2. Er moet bewezen worden dat de bestuurder van dat motorrijtuig de dief was of dat de bestuurder van dat motorrijtuig op de hoogte was van het feit dat het voertuig was gestolen. Dit is niet altijd makkelijk te bewijzen, zeker indien de bestuurder van het gestolen motorrijtuig na de aanrijding er vandoor is gegaan, dus niet bekend is geworden.
  3. Het moet vaststaan dat er rond de diefstal geen sprake was van verwijtbare omstandigheden die aan de eigenaar zijn toe te rekenen. De diefstal van het motorrijtuig moet niet door een fout van de eigenaar te makkelijk zijn gemaakt. Bijvoorbeeld door het niet op slot zetten of het achterlaten van de sleutels op de bar in het café.

Zodra niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, zal het Waarborgfonds de schade niet vergoeden. Het Waarborgfonds kan dan een beroep doen op artikel 25 lid 1 sub c WAM. Hieruit blijkt dat WA-verzekeraar van het schadeveroorzakende motorrijtuig schaderegelend richting de benadeelde moet optreden. Het Beneluxgerechtshof  heeft dat in een arrest van 26 juni 1989 ook zo bekrachtigd. (ECLI:NL:XX:1989:AD0837).

De eerste poging van cliënt aan het adres van het Waarborgfonds strandde dan ook. Op 11 juli 2018 wees het Waarborgfonds de schadevergoeding af.

In een volgende poging de verzekeraar van de scooter aansprakelijk te stellen liep cliënt ook tegen een afwijzing aan.

 

Behandeling van de schade door 112Schade

Op 20 juli 2018 werd de schade aangemeld bij 112Schade met de volgende omschrijving:

Tegenpartij reed dronken zonder rijbewijs op gestolen brommer, kwam van de stoep schuin de kruising op rijden.

Dit is wel duidelijk zou je denken. De scooterbestuurder verleende geen voorrang, reed op een gestolen scooter, zonder rijbewijs en zou daarnaast ook teveel hebben gedronken.

Naast het inschakelen van een expert om de schade aan de auto van cliënt vast te stellen, werden alle betrokken partijen aangeschreven.

  • De verzekeraar van de scooter werd aansprakelijk gesteld
  • De bestuurder van de scooter werd aansprakelijk gesteld
  • Het Waarborgfonds werd aansprakelijk gesteld
  • Er werd geïnformeerd naar getuigen

Reacties betrokken partijen

  • De WA-verzekeraar wees al snel de aansprakelijkheid af. Men bleef op het standpunt dat men eerder aan de tussenpersoon van cliënt had geschreven:

Met de aangifte hebben wij voldoende aangetoond dat het voertuig ten tijde van de aanrijding was gestolen.

Uit de publicaties van de aanrijding blijkt dat de bestuurder van de scooter is aangehouden, zijn identiteit is bekend. U kunt deze persoon dus persoonlijk aansprakelijk stellen.

Het proces verbaal van aanrijding kunt u zelf opvragen bij de stichting Processen Verbaal.

 

  • De scooterbestuurder reageerde zoals te verwachten helemaal niet.

 

  • Het Waarborgfonds wees ook de aansprakelijkheid af met de volgende tekst:

Uw verzoek om schadevergoeding hebben wij ontvangen. Uit de stukken blijkt niet dat de diefstal vaststaat. Hierdoor kunnen wij helaas de schade niet vergoeden. In deze brief lichten wij dit nader toe.

…..

Vooralsnog staat niet vast dat de bestuurder van de scooter er van op de hoogte was dat de scooter gestolen was. Zolang niet is aangetoond dat artikel 25 lid 1 sub c W.A.M. van toepassing is, moet de verzekeraar van het schadeveroorzakende motorrijtuig schaderegelend optreden. Wij wijzen u hiervoor op het arrest van het Beneluxgerechtshof van 26 juni 1989 (ECLI:NL:XX:1989:AD0837).

 

Van het kastje naar de muur

Het Waarborgfonds had wel een punt. Uit de stukken in het dossier bleek niet overduidelijk dat de bestuurder van de scooter de dief was of dat hij überhaupt de op hoogte was dat de scooter was gestolen. De WA-verzekeraar diende vervolgens de schade te regelen.

Zou later blijken, door aanvullend bewijs, dat de verzekeraar ten onrechte zou hebben uitgekeerd? Dan had de verzekeraar zelf kunnen aankloppen bij het Waarborgfonds. Een mooie theorie waarbij de benadeelde, onze cliënt, sneller geholpen zou kunnen worden. Hetgeen volledig past in het gedachtengoed van de WAM, bescherming van het slachtoffer.

De verzekeraar werkte echter niet mee en bleef afwijzen, zonder daarbij aanvullend bewijs te leveren dat zij terecht een beroep op de diefstaluitsluiting kon doen.

Ondanks dat de bewijslast in dit geval aan de zijde van de verzekeraar lag, werd vanuit 112Schade ook moeite gedaan om meer politiestukken op tafel te krijgen. Er kwam echter geen aanvullend bewijs.

Er kwamen nog wel andere zaken naar boven, waaronder het feit dat de scootereigenaar zijn scooter niet op juiste wijze op slot zou hebben gezet en een schade aan het contactslot door een eerdere poging tot diefstal niet zou zijn hersteld. Dit is dan een verwijt richting de eigenaar van het motorrijtuig. Een tweede reden dat de verzekeraar de schade zou moeten vergoeden.

 

Procedure

Na overleg met cliënt waarin de juridische mogelijkheden zijn toegelicht, werd de volgende stap gezet. De verzekeraar werd gedagvaard.

Waarom de verzekeraar? De scooterbestuurder gaf niet thuis en uit ervaring blijkt dat dergelijke partijen ook niet financieel daadkrachtig zijn om de schade te betalen. De verzekeraar was de beste keuze aangezien zij niet met voldoende bewijs kwam om de aansprakelijkheid af te kunnen blijven houden en daarnaast diende zij regelend op te treden.

Januari 2020 werd de dagvaarding, na vooraankondiging, aan de verzekeraar overhandigd. Een schriftelijke procedure volgde bij de Rechtbank Midden-Nederland, kantonzaken te Almere.

Na dagvaarding volgende een conclusie van antwoord van de gedaagde partij, de verzekeraar. Deze werd vervolgd door conclusie van Repliek, conclusie van Dupliek en nog een laatste aanvullende akte.

Opvallend was dat de verzekeraar in de procedure alsnog met aanvullend bewijs op de proppen kwam. Er kwam een aantekening van een mondeling vonnis d.d. 2019 van de strafrechter op tafel waarin de scooterbestuurder werd veroordeeld voor heling d.d. 28 juni 2018, de dag van de aanrijding. Hiermee zou zijn bewezen dat de bestuurder, wellicht niet de dief zou zijn geweest, maar ten tijde van de aanrijding wel van de diefstal op de hoogte was.

Uiteraard haalde de advocaat van de verzekeraar nog andere zaken aan om onder de claim uit te kunnen komen. Zo bediscussieerde men de aansprakelijkheid, verleende de scooterbestuurder inderdaad geen voorrang? De scooter zou wel op stuurslot hebben gestaan, etc.

Maar de crux in deze zaak is het bewijs dat de scooterbestuurder door zijn veroordeling op de hoogte zou zijn geweest van de diefstal van de scooter.

 

Het Vonnis

De rechter kwam op 26 augustus 2020 tot de volgende uitspraak:

Blijkens het vonnis van de politierechter is O (scooterbestuurder) veroordeeld wegens opzetheling gepleegd op 28 juni 2018. Deze veroordeling is onherroepelijk.

Hoewel in de aantekening mondeling vonnis niet letterlijk staat dat deze veroordeling ziet op de scooter van P. (scootereigenaar), kan zulks hieruit wel worden afgeleid.

Het voorgaande betekent dat Verzekeraar een beroep toekomt op op artikel 3 WAM. Verzekeraar is derhalve niet aansprakelijk voor de door V. (cliënt) gestelde schade.

Nu Verzekeraar niet schadeplichtig is jegens V. (eiser) behoeft Verzekeraar ook niet schaderegelend op te treden conform artikel 25 lid 4 WAM. Hetgeen partijen over en weer nog hebben aangevoerd aangaande onder meer de toedracht van het ongeval behoeft hiermee geen bespreking meer.

De verzekeraar kwam er dus mee weg. Door alsnog  met het bewijs te komen dat de scooterbestuurder was veroordeeld voor heling, was de zaak direct voor de rechter afgedaan. De verplichting van de verzekeraar tot schaderegelend optreden werd weggewuifd. Dat was voor cliënt natuurlijk heel zuur aangezien overduidelijk was dat zij het slachtoffer was in deze kwestie en inmiddels 14 maanden wachtte op een schadevergoeding. Indien er wel schaderegelend was opgetreden zou cliënt al lang schadeloos gesteld kunnen zijn.

 

Het Waarborgfonds

Maar goed, nu de rechter meent dat verzekeraar terecht de claim kan afhouden en niet schaderegelend hoeft op te treden, komen we weer terug bij het Waarborgfonds.

De claim is met het vonnis van de rechtbank wederom bij het Waarborgfonds ingediend.  Na wederom enkele mailwisselingen is op 15 december jl. dan toch eindelijk de schade van cliënt vergoed, ruim € 2600,- met daarbij een vergoeding van de wettelijke rente van € 131,05.

 

Klantbelang voorop, slachtoffer beschermd?

Er wordt in de verzekeringsbranche veel gesproken over klantbelang voorop en het beschermen van het slachtoffer. Ook het nieuwe WA-Direct, de directe schadeafhandeling, zou in het teken staan van de klant. In deze casus stond het belang van het slachtoffer, onze cliënt, helemaal niet bij de verzekeraar of het Waarborgfonds voorop. Er wordt alles aan gedaan om de claim te kunnen afhouden. Ondanks wet- en regelgeving om schaderegelend op te treden, wordt de schadebehandeling juist gefrustreerd en staat het slachtoffer in de kou.

Dus een andere partij reed dronken zonder rijbewijs op een gestolen scooter, kwam van de stoep schuin de kruising op rijden en verleende daarbij geen voorrang aan cliënt. Deze ogenschijnlijk eenvoudige kwestie heeft helaas 1,5 jaar geduurd, maar cliënt is uiteindelijk schadeloos gesteld en heeft ons laten weten daar erg blij mee te zijn. Voor cliënt een fijn moment zo vlak voor de kerst.

Bij 112Schade staat klantbelang wel voorop. Als eerste bieden we duidelijkheid en verwachting: dat betekent dat als een zaak vanaf begin kansloos is, wij dat direct aan cliënt meedelen. Hoezeer wij cliënt willen geloven, er dient wel bewijs te zijn of te kunnen worden gevonden voor de eigen lezing en de aansprakelijkheid van de tegenpartij. Het bewijs kunnen wij niet maken.

Daarnaast strijd- en hulpvaardig: als er wel degelijk een verhaalsmogelijkheid is, zullen we in overleg met cliënt doorgaan tot het eind en de middelen gebruiken die daarvoor mogelijk zijn.