Hoe zit het met de voorrang van een rouwstoet

17/04/2021

Een droevige gebeurtenis is afscheid moeten nemen van een overleden dierbare. Een hectische periode voor de betrokkenen, waarbij de uitvaart zelf een belangrijk moment is. De overledene wordt daarbij vaak per lijkwagen van de ene naar de andere plek overgebracht. Daarachter rijden vaak één of meerdere volgauto’s. Hoe zit dat met de voorrang van deze voertuigen?

Wanneer men een lijkwagen volgt met een eigen auto, dan wordt deze meestal voorzien van één of twee zwarte vlaggetjes (het liefst aan beide kanten één), zodat duidelijk is dat deze voertuigen tot de rouwstoet behoren. Bij het uitdelen hiervan wordt al duidelijk gemaakt aan de bestuurder van deze voertuigen dat zij geen voorrang hebben door deze vlaggetjes en dat dit ook niet betekent dat ze door rood mogen rijden om achter de lijkwagen te blijven. De bestuurder van de lijkwagen zal altijd rekening proberen te houden met de volgauto’s en wacht indien mogelijk als niet iedereen meer volgt.

Andere punten waar u rekening mee moet houden in de rouwstoet:

    • Rijd dicht op elkaar. Zeker op de snelweg is dit belangrijk. Zo zorgt u ervoor dat andere weggebruikers de rouwstoet niet (makkelijk) kunnen doorbreken.
    • Een rouwstoet rijdt doorgaans langzamer in het verkeer. Zo rijdt u binnen de bebouwde kom meestal 40 km/h, buiten de bebouwde kom is dit 60-70 km/h en op de snelweg 90 km/h.
    • Bochten en drempels worden zachter genomen.

Bent u geen deelnemer van de rouwstoet, maar zie je deze rijden? Dan geldt het volgende:

  • Toon respect voor de rouwstoet. Ga niet toeteren en ga er niet tussen rijden.
  • Bevindt u zich op een gelijkwaardige kruising en is de lijkwagen al gepasseerd? Dan hebben de volgauto’s (herkenbaar door de vlaggetjes) voorrang, ook al komt u van rechts.
  • Is de lijkwagen nog niet gepasseerd? Dan gelden de normale voorrangsregels.
  • Voetgangers verlenen bij zebrapaden voorrang aan de rouwstoet, de bus doet dit binnen de bebouwde kom ook.
  • Bij verkeerslichten en rotondes gelden de normale voorrangsregels.

Het kan zijn dat niet alle auto’s even goed herkenbaar zijn. Door een groot aantal volgauto’s of te weinig vlaggetjes kan het zijn dat de vlaggetjes verdeeld worden over de voertuigen en in ieder geval het eerste en het laatste voertuig vlaggetjes krijgen. Ook kunnen deze vlaggetjes er anders uit zien en kan het zijn dat ze niet aan beide kanten van een voertuig zitten.