Wat is Artikel 185 WvW?

Artikel 185 van de Nederlandse Wegenverkeerswet 1994 (artikel 185 WVW) regelt de bescherming van ‘zwakke verkeersdeelnemers’ bij een aanrijding met ‘sterke verkeersdeelnemers’.

Artikel 185 WVW regelt de aansprakelijkheid van de eigenaar van een motorrijtuig bij een aanrijding met een niet-motorrijtuig (zoals fietsers, voetgangers, huizen, vangrails, bomen, lantaarnpalen en wegmeubilair). De aansprakelijkheid op grond van artikel 185 WVW is een vorm van risicoaansprakelijkheid, omdat schuld niet hoeft te worden aangetoond om een verplichting tot schadevergoeding vast te stellen.

Wanneer kan iemand aanspraak maken op artikel 185 WVW?

  • Er moet sprake zijn van een verkeersongeval tussen een motorrijtuig en een niet-motorrijtuig. Een botsing met het motorvoertuig is niet vereist. Het is voldoende dat het motorvoertuig bij het verkeersongeval betrokken is. Er moet echter wel sprake zijn van het toebrengen van schade aan het niet-motorrijtuig.
  • Het motorrijtuig moet op een voor het verkeer openstaande weg hebben gereden.

Wat is een ‘openstaande weg’ en wat is ‘rijden’?

Een voor het verkeer openstaande weg is een weg (of pad) waar verkeer kan komen. Een parkeerterrein dat is afgesloten met een slagboom, is bijvoorbeeld geen openstaande weg. Onder ‘rijden’ wordt verstaan: aan het verkeer deelnemen.

Artikel 185 WVW en overmachtartikel 185 wvw

De Hoge Raad (HR 22 mei 1992, NJ 1992/527 (ABP/Winterthur) heeft het begrip ‘overmacht’ in deze bepaling op de volgende wijze uitgelegd. Er is sprake van overmacht, indien:

  • de bestuurder foutloos heeft gereden of de fout niet relevant is voor het ongeval
  • de fouten van de andere weggebruiker zo onwaarschijnlijk waren dat de bestuurder hiermee geen rekening hoefde te houden.

In de praktijk wordt overmacht niet snel aangenomen.

Eigen schuld van de benadeelde

Als het beroep op overmacht wordt afgewezen, staat de aansprakelijkheid van de eigenaar van het motorrijtuig vast. Wel kan deze zich nog beroepen op eigen schuld van de fietser of de voetganger. Er is sprake van eigen schuld wanneer het ongeval mede aan het verkeersgedrag van de voetganger of fietser te wijten is.

Beroep op eigen schuld is alleen mogelijk bij verkeersdeelnemers van 14 jaar en ouder. Ook als er sprake is van eigen schuld bij de zwakke verkeersdeelnemer, krijgt deze ten minste 50% van zijn of haar eigen schade vergoed. Deze regel is gebaseerd op billijkheid en wordt in het algemeen aangeduid als de 50%-regel. De enige uitzondering hierop is wanneer het verkeersgedrag van de voetganger of fietser als opzet of als aan opzet grenzende roekeloosheid moet worden beschouwd. Dit wordt ook wel ‘bewuste roekeloosheid’ genoemd.

Bij het beroep op eigen schuld zal de rechter de volgende afwegingen moeten maken:

  1. In welke mate heeft ieder van de betrokken partijen bijgedragen aan het ontstaan van de schade?
  2. Brengt de ernst van de over en weer gemaakte fouten en/of brengen andere bijzondere omstandigheden met zich mee dat de verdeling moet worden bijgesteld (billijkheidscorrectie)?

Kinderen tot 14 jaar en Artikel 185 WVW

Als de voetganger of fietser ten tijde van het ongeval niet ouder is dan 13 jaar, is de automobilist altijd aansprakelijk tenzij er sprake is van opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid, ook al heeft deze geen enkele schuld en is het ongeval volledig te wijten aan de voetganger of fietser (HR 1 juni 1990, NJ 1991, 720, Ingrid Kolkman; en HR 31 mei 1991, NJ 1991, 721, Marbeth van Uitregt).

Het is een vorm van risicoaansprakelijkheid. De regel is ingegeven door de gedachte dat kinderen van deze leeftijd, door hun impulsiviteit en onberekenbaarheid, meer gevaar lopen in het gemotoriseerde verkeer dan anderen. Voor deze regel, vaak aangeduid met de 14-min-regel of de 100%-regel, geldt ook dat deze buiten toepassing blijft als het verkeersgedrag van de jeugdige verkeersdeelnemer als opzet of als aan opzet grenzende roekeloosheid moet worden gekwalificeerd. Dit wordt in de rechtspraak niet snel aangenomen.

Schade verhalen op basis van Artikel 185 WVW

Veel mensen weten niet van de verschillende mogelijkheden om schade te verhalen op basis van Artikel 185 WVW. Door fietsers en voetgangers wordt dit artikel vaak gebruikt, maar ook schade aan bijvoorbeeld woningen en winkels door een ramkraak of aan wegmeubilair (lantaarnpalen, paaltjes, hekjes et cetera) is te verhalen op basis van dit artikel, mits de schade is veroorzaakt door een motorrijtuig.

Artikel 185 WVW en het Waarborgfonds

Is de schade veroorzaakt door een motorrijtuig, maar is niet meer te achterhalen wie de veroorzaker is van het ongeval? Dan is de schade te verhalen op het Waarborgfonds.

Wat kan 112schade.nl voor u betekenen?

Bent u een particulier, bedrijf of een overheidsinstelling en heeft u schade, veroorzaakt door een motorrijtuig? Dan kan 112schade.nl voor u de schade verhalen op de tegenpartij of het Waarborgfonds. U kunt uw schade online melden en wij doen de rest.

Vragenlijst met betrekking tot artikel 185 WVW

De tegenpartij kan u vragen om een vragenlijst in te vullen. Dit is een zogenaamde Vragenlijst met betrekking tot artikel 185WVW. Deze kunt u bij ons downloaden.

Lees ook:

Hoverboard: motorvoertuig en speelgoed tegelijk

Automobilist of bestuurder van een scooter kansloos bij Artikel 185 WVW? Absoluut niet!

http://www.amweb.nl/branche/nieuws/2016/10/is-artikel-185-wvw-nog-wel-van-deze-tijd-101299